Iedereen heeft er wel al eens over gehoord: roestvrij staal. Of beter gezegd roestvast staal. Roestvat staal is staal dat niet kan roesten. Dat is dan ook de reden dat het alom gebruikt wordt voor heel veel verschillende toepassingen. Dat gaat van buizen, stalen wanden en rvs slotboutenover kranen en brievenbussen tot wc-rol houders en juwelen. Heel uitgebreid dus. Maar hoe komt het nu dat roestvast staal niet kan roesten?
Voor we aan de uitleg beginnen, moeten we eerst kijken wat roestvast staal nu net is en waarom het niet kan roesten. Ten eerste moet je al weten dat RVS niet voor roestvrij staal staat, maar voor roestvast staal. Dat is vaak een misverstand onder de mensen die het op hun doosje met rvs boutenzien staan. Roestvast staal is een legering van onder meer ijzer, nikkel, chroom en koolstof. Die legering is vaak verder aangelegd met legeringselementen titanium, molybeen, stikstof, silicium en mangaan.
Al deze elementen geven dan ook hun eigen eigenschappen aan het roestvast staal. Door er verschillende combinaties mee te maken en te variëren in hoeveelheden van al deze elementen, hebben verschillende soorten rvs dus ook andere eigenschappen. Maar elke soort rvs heeft een legering met maximum 1,2% aan koolstof en minimum 10,5% aan chroom, anders mag het geen rvs genoemd worden. Koolstof heeft een invloed op de hardheid en chroom zorgt voor corrosievastheid.
Dan de vraag waarom kan roestvast staal niet roesten? Dat komt doordat het chroom dat in de legering zit een flinterdun chroomoxide laagje vormt met vocht en zuurstof. Deze oxidelaag vormt zich over het gehele oppelvlak. Eens het oppervlak volledig bedekt is, beschermt de laag het onderliggende metaal tegen alle invloeden van buitenaf. Zelfs als die oxidelaag beschadigd wordt, kan ze zichzelf weer herstellen door gebruik van de zuurstof uit de omringende lucht. Dat is een unieke eigenschap.